Johnny Eck werd thuis opgevoed, en leerde lezen en schrijven toen hij vier was. Zijn moeder wilde dat hij geestelijke zou worden. Eck werd vaak gevraagd om preken te houden. Eck ontwikkelde al vroeg belangstelling voor schilderen en houtbewerking. Samen met zijn broer bracht hij uren door met snijden en schilderen. In december 1923 woonden Eck en zijn broer een goochelshow bij in hun plaatselijke kerk. De goochelaar John McAsian was verbaasd toen hij de jongen zag. Hij bood hem een contract aan om bij een circusgroep te komen. Zijn ouders tekenen voor een jaar. Johnny Eck voert een duet op met zijn broer dat zijn abnormale lichaamsbouw benadrukt. Hij benadrukt zijn handigheid en acrobatische lenigheid. De twee broers worden vervolgens gerekruteerd door illusionist/hypnotiseur Raja Raboid, die Eck inzet voor een 'man doormidden gesneden' act. Nadat hij fictief doormidden is gesneden, rent Eck achter zijn benen aan (een dwerg zat in zijn broek). De show was zeer succesvol, maar leden van het publiek vielen soms flauw; er werd geschreeuwd, en sommigen verlieten de zaal. Eck verscheen later op het scherm als de halve jongen in Tod Browning's film "The Monstrous Parade" uit 1932 en als een vogelachtig wezen in Hollywood's drie Tarzan films: "Tarzan, the Ape Man" (1932), "Tarzan Escapes" (1936) en "Tarzan's Treasure" (1941).