"In de afgelopen twee jaar van de coronapandemie zijn minstens 785 mensen met een beperking overleden aan COVID-19," merkt onderzoeker Maarten Cuypers van het Radboudumc op. Hij voegt toe dat, op basis van het sterftecijfer onder personen zonder beperking, men eigenlijk 180 sterfgevallen in die groep zou hebben verwacht.

De onderzoekers hebben geanalyseerd welke impact de coronapandemie had op de levensverwachting van mensen met een beperking. Daaruit blijkt dat tijdens de pandemie de sterfte door kanker meer toenam bij mensen met een beperking dan bij anderen. Ook nam het aantal aandoeningen aan de hersenen en het zenuwstelsel, veroorzaakt bijvoorbeeld door vallen, sterker toe in die groep.

"Dit suggereert dat de reeds bestaande gezondheidsverschillen tussen mensen met en zonder verstandelijke beperking tijdens de pandemie nog groter zijn geworden," zegt Cuypers. Hij benadrukt dat er weinig specifieke maatregelen zijn genomen om deze kwetsbare groep te beschermen.

Mensen met een beperking bevinden zich in een kwetsbare positie door hun woonsituatie. Vooral binnen instellingen en woongroepen waar zij verblijven is het moeilijker om de coronamaatregelen op te volgen. De nauwe interacties met zorgverleners verhogen hun risico op besmetting. Bovendien heeft eerder onderzoek aangetoond dat hun vaak al verminderde gezondheid kan leiden tot een ernstiger verloop van de ziekte.

De onderzoekers benadrukken de noodzaak van meer aandacht voor de kwetsbaarheid van deze groep. "Er is weinig bekend over de gevolgen van het coronavirus en andere virussen bij mensen met een beperking. Dit komt deels doordat deze groep vaak over het hoofd wordt gezien en afwijkt van de 'norm'," aldus Cuypers.

De wetenschappers pleiten voor meer onderzoek naar mensen met een beperking, met als doel beter beleidsadvies te kunnen formuleren. Hiermee hopen ze het aantal sterfgevallen binnen deze groep te verminderen.

Voor meer informatie klik hier